Yurls talente groep 5
 
(Advertentie)
(Advertentie)

Fiets & valsnelheid

 

Parachute

Een parachute is een apparaat, dat wordt gebruikt om een  voorwerp dat naar de grond valt af te remmen.

Hoe verder de parachute opengaat, hoe meer lucht er onder kan. 

Er is meer lucht onder de parachute zodat de parachute vertraagt.  

Zo kan de persoon veilig op de grond landen.

 

Luchtdruk  

Als er geen lucht is, dan vallen lichte en zware voorwerpen even snel naar beneden.  

Als er wel lucht is, moet het vallend voorwerp de lucht wegduwen.  

 

Denk maar aan het proefje met het papier en het boek.  Een vel papier is licht en kan de lucht niet zo goed wegduwen. Het papier dwarrelt (valt langzamer naar beneden).

Een boek is iets zwaarder en kan daarom de lucht beter wegduwen.

Daarom valt een boek sneller naar beneden.

Als je een vel papier op het boek leg en beide laat vallen, dan valt het papier en het boek tegelijk.  

Het boek duwt de lucht weg voor het papier daardoor kan het papier even snel vallen als het boek.

 

Tip: je kunt de video over zwaartekracht nog een keertje bekijken.  https://schooltv.nl/video/de-buitendienst-zwaartekracht/  minuut: 0 t/m 5.40 (Hierin wordt kort uitleg gegeven hoe de luchtweerstand werkt)  

 

 

Zinken, zweven & drijven

 

Zinken en drijven

Wanneer een voorwerp zwaarder is dan het water, zal het voorwerp zinken. Bijvoorbeeld een baksteen, een knikker of een spijker.

 

Wanneer iets kan blijven drijven, zit er meer lucht in het voorwerp. Het is dan lichter dan het water. Denk hierbij aan een bal, tennisbal, kurk of iets wat van hout is gemaakt.

 

Boten

Een boot kan gemaakt zijn van verschillende materialen. Ook de grootte van de boten kan verschillen. Er zijn bijvoorbeeld kano’s, roeiboten, cruiseschepen en containerschepen. Deze boten blijven allemaal drijven, omdat er voldoende lucht in de boot zit.

Hoe groter de boot is, hoe meer lucht er in de boot zit en hoe beter de boot kan blijven drijven.

 

Als er een gat in een boot komt, loopt er meer water in. Er gaat dan meer lucht uit. De boot stroomt steeds voller met water en wordt zwaarder.

Daardoor zinkt hij steeds verder naar de bodem.  

Denk maar aan de Titanic!  

 

Tip: als iets lichter is dan water van dezelfde grootte, dan blijft het voorwerp drijven.

 

 

Gereedschap, tandwielen & katrollen

 

Hefbomen 

Hefbomen zie je echt overal. Veel meer dan je denkt.  Met een hefboom kun je heel veel kracht zetten, zonder dat het teveel kracht van je spieren kost. Ook jij gebruikt de hefboom erg vaak, ook al sta je er niet bij stil. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van een schaar, een notenkraker, de dubbele bodem in de ladebak (zie filmpje), het losmaken van bouten van een wiel en een wip in de speeltuin. Deze laatste is misschien wel het meest duidelijke voorbeeld van een hefboom. 

 

Kijk naar het onderstaande duidelijke filmpje:

https://schooltv.nl/video/full-proof-full-proof/#q=%22hefboom%22  

 

Katrollen 

Een katrol is een voorwerp met een wiel waar je een touw overheen kunt leggen. Het wieltje zorgt ervoor dat het tillen lichter wordt.  Wanneer je een zwaar voorwerp wil optillen, kun je een touw en katrol gebruiken. Aan de ene kant maak je het touw vast aan het voorwerp, aan de andere kant trek je aan touw. Zo kunt je er hele zware dingen mee tillen. Hoe meer katrollen je gebruikt, hoe gemakkelijker je dingen kunt optillen. 

 

Een aantal voorbeelden zijn: het naar beneden halen van de ringen in de gymzaal, het opendraaien van een parasol, een achtbaan op een pretpark, een roltrap in een winkelcentrum.

 

In de onderstaande clipjes zie je hoe wij katrollen in het dagelijks leven gebruiken.  

https://schooltv.nl/video/katrollen-handige-hulpmiddelen/#q=katrollen  https://schooltv.nl/video/de-katrol-wie-niet-sterk-is-moet-slimzijn/#q=%22katrol%22  

 

 

Bruggen bouwen

 

De eerste bruggen zijn gemaakt van boomstammen.  Ze zaagden een boomstam om en legde deze over de rivier tot de top de andere oever had bereikt. De Romeinen wisten hoe je een soort cement kon maken.

Hierdoor konden ze bruggen bouwen van steen.  

 

Liggerbrug (wegbrug)

De bekendste brug in Nederland zijn de liggerbruggen. Deze zijn te vergelijken met een plank van de ene oever naar de andere. Vaak worden deze bruggen ondersteund door pijlers, grote pilaren onder de brug om het draagvlak te vergroten. Om kleine afstanden te overbruggen, zijn deze bruggen uitermate geschikt. Een voorbeeld is de brug naar Kruisland .

 

Boogbrug

De bogen onder de brug zien er niet alleen mooi uit, maar zorgen ervoor dat de draagkracht niet in het midden rust, maar verplaatst wordt naar de zijkanten. Er zijn verschillende soorten boogbruggen. - Bruggen waar de boog onder het wegdek is gemetseld. De kracht van bovenop wordt zo verdeeld over de brug. Een voorbeeld hiervan zijn de bruggen in de grachten van Amsterdam.  

- Bruggen waar de boog bovenop het wegdek staat. Het verkeer gaat dan onder de boog door. Het gewicht wordt zo verdeeld over de hele weg en boog. Een voorbeeld hiervan is de witte brug bij Stampersgat.

 

Tuibrug

De mensen wilden nog verder gaan en grote afstanden overbruggen dan ze ooit van te voren hadden gedaan. De pijlers en bogen waren nu niet  meer voldoende om alle krachten te kunnen dragen. Hierna kwam iemand  met het idee om kabels tussen het wegdek en de bogen boven de brug te spannen. Dit werkte heel erg goed. De kabels worden tuien genoemd. Een voorbeeld hiervan is de Erasmusbrug in Rotterdam.

(Advertentie)
(Advertentie)
(Advertentie)